Nooit meer opruimstress: minimaliseer-expert Susan legt uit hoe
10 mei 2023
Minimaliseer-expert Susan van Schijndel was nooit het meest opgeruimde type thuis, maar dat zat haar niet zo dwars. Tot ze kinderen kreeg en eigenlijk altijd overprikkeld werd door de rondslingerende spullen. Het opruimen leek een bodemloze put en écht netjes bleef het nooit lang. Dat moet veranderen, dacht ze.
“Ik was zo’n puber met een pad van mijn deur naar mijn bed”, zegt Susan over haar rommelige jonge jaren. Als volwassene bleef opruimen een heikel punt, dat haar veel tijd en moeite kostte. “Als er bezoek kwam, ging het wel. Maar je moest niet onverwachts voor de deur staan of een kast opentrekken. Ik sprak liever in de stad af en er waren zelfs tijden dat ik overdag de gordijnen dicht deed.”
Toen haar kinderen werden geboren, hield Susan het niet meer. “Ik was continu overprikkeld en had voor mijn gevoel geen tijd meer voor leuke dingen.” Dat was voor haar het moment om in de wetenschap achter opruimen te duiken. Niet alleen zocht ze naar tips en tricks om een huis op orde te houden, ook leerde ze hoe je brein reageert op rommel (en het gebrek daaraan). Onvermijdelijk stuitte ze op Marie Kondo, maar de technieken van ‘s werelds bekendste opruimgoeroe werkten niet voor Susan. “Leuk, die sokken origamiën, maar daar heb ik helemaal geen tijd voor. Daar baalde ik van, want hoe kon ik nu vastlopen op Marie Kondo? Zij zegt toch precies wat ik moet doen?” Dat bleek juist het probleem. Een techniek moet bij je passen, zegt Susan. Toch gaf geen enkele bestaande methode haar blijvend resultaat.
“Leuk, die sokken origamiën, maar daar heb ik helemaal geen tijd voor”
Wereldreis
En dus creëerde de opruim-expert haar eigen methode. Tijdens een wereldreis met haar gezin met alleen handbagage, ontdekte ze dat je helemaal niet zo veel spullen nodig hebt om gelukkig te zijn. “Ik ervaarde zó veel rust. Hoe kon dat nou?” Bij thuiskomst besluiten Susan en haar man om drastisch te minimaliseren. Ze gooiden de indeling van hun huis om, geïnspireerd op hoe ze in Japan multifunctioneel omgaan met ruimtes. Ineens waren er lege kasten en kon de zolder een bioscoop worden. Extra bergruimte was namelijk niet nodig.
Susan leeft nu volgens een praktisch werkend systeem. Hierdoor blijft haar huis altijd opgeruimd, zonder dat dit veel tijd en energie kost. Haar methode bestaat uit drie basisprincipes, namelijk werken met je brein, het inzetten van een praktisch werkend systeem en minimaliseren.
“Je brein werkt heel simpel: als je geen troep ziet, dan is het er ook niet”
Je brein en rommel
De reden dat je overprikkeld raakt door de spullen in huis, is dat je het overzicht kwijt bent. Volgens Susan zijn er slimme trucs om je brein rust te gunnen, zonder dat alles ook meteen écht opgeruimd moet worden. “Je brein werkt heel simpel: als je geen troep ziet, dan is het er ook niet. Een beetje zoals bij een illusionist die iets wegtovert.” Moet je dan maar alles in de kasten proppen? Nee, maar je kunt wél handig gebruik van maken van dit principe. Met de tovertas-techniek, bijvoorbeeld. “Neem een grote tas en zet deze uit het zicht. Hier gooi je alle spullen in die overdag rondslingeren. Op een moment dat het jou uitkomt, ruim je alles in één keer op. Je kunt in verschillende kamers een tovertas zetten.” Dit kan ook met de afwas. Je gebruikt dan een toverkrat, die je in een keukenkast zet waardoor je aanrechtblad leeg blijft.
Hetzelfde geldt voor kastruimte: hoe meer rommel er in het zicht ligt, hoe meer prikkels je binnen krijgt. Gebruik daarom nooit open kasten als bergruimte, adviseert Susan.
Praktisch werkend systeem
Een andere manier om je brein een handje te helpen is het creëren van een praktisch systeem dat voor jou werkt. Het vinden van vaste plekken voor je spullen is hier een onderdeel van. “Iedereen weet: jassen horen aan de kapstok. Maar met andere spullen weten we dat vaak niet. Loop eens door je huis en bedenkt wat de meest logische plekken zijn voor spullen als je sleutels. Leg belangrijke spullen weg op een manier die de minste weerstand geeft als je ze nodig hebt.”
Een ander voorbeeld van een praktisch systeem is een capsule wardrobe. Dat is een selectie van ongeveer 40 favoriete kledingstukken die gedurende een seizoen in je kast hangen. “Bij broeken die je pas aankunt als je 5 kilo lichter bent, voel je negatieve emoties. Zulke kledingstukken geven je het gevoel dat je niks hebt om aan te trekken en dan ga je iets nieuws kopen. Daarom kies ik voor een overzichtelijke garderobe, met alleen kledingstukken die passen en die ik heel graag draag.”
“Een rommelig huis ligt nooit aan de persoon, maar aan de technieken die je erop toepast”
Minimaliseren is een must
Hoe meer spullen je hebt, hoe meer je je ermee bezig moet houden. Altijd maar spullen kopen om een leegte te willen vullen, kost geld en voor dat geld moet je weer werken. De spullen gebruik je vervolgens amper. Geen fijne spiraal om in te blijven hangen. Door te minimaliseren creëer je rust en overzicht, legt Susan uit. Je wordt vrolijker van de spullen die je hebt en voelt minder de behoefte om iets nieuws te kopen. Ironisch genoeg voel je je daardoor juist rijker.
“Start met minimaliseren in de badkamer of de slaapkamer. Hier staan meestal niet de meeste voorwerpen met emotionele waarde. Ga helemaal terug naar de basis: heb je tien verschillende soorten shampoo nodig? Nee. Maak steeds de afweging tussen noodzaak en comfort. Blijf scherp op wat er binnenkomt en stel ook grenzen aan de hoeveelheid spullen van je kinderen.” Susan maakte o.a. een gratis keuzekaart om je te helpen bij het weggooien van je spullen.
Het ligt niet aan de persoon
Je schamen voor je rommeligheid is helemaal niet nodig, vindt Susan. “Een rommelig huis ligt namelijk nooit aan de persoon, maar aan de technieken die je erop toepast. Deze kun je leren. Mijn klanten zijn in het begin sceptisch van ‘klinkt echt te makkelijk, werkt dat wel?’, maar na een week is iedereen laaiend enthousiast. Dan wensten ze dat ze de kennis veel eerder hadden gehad.”
In haar podcast Less is much more geeft Susan meer tips en tricks voor een opgeruimd huis en meer vrijheid.
Tekst: Emma Verweij / Beeld: Kim Snip Fotografie